Leestijd: 8 minuten

Voor wie mij niet volgt op Instagram en het nog niet weet: wij hebben een naar ongeluk gehad op vakantie. Inmiddels is het gewone leven wel weer teruggekeerd maar zijn we er nog wel dagelijks mee bezig.

Wat is er gebeurd?

Een paar weken geleden hadden wij vakantie. We hebben in het voorjaar onze splinternieuwe vouwwagen bij de dealer opgehaald en er met Hemelvaart al een keer mee gekampeerd. In onze zomervakantie zouden we in twee etappes naar het Ile de Ré in Frankrijk rijden. Eerst verbleven we een paar dagen in het Loire-gebied om daarna de laatste paar honderd kilometer naar de kust te rijden.

Die eerste paar dagen waren heerlijk. Het was mooi weer en we hadden het prima naar onze zin in de vouwwagen. Op dinsdagochtend braken we alles af en pakten we netjes in om het diezelfde middag op onze eindbestemming weer allemaal mooi op te kunnen zetten.

Het liep alleen wat anders

Toen we nog geen uur onderweg waren, werden we via borden gewaarschuwd dat er een file aan zat te komen. We minderden dus netjes vaart om vervolgens achter een vrachtwagen tot stilstand te komen. Op dat moment zie ik JW in de achteruitkijkspiegel kijken en hoor ik hem zeggen: ‘Die gaat het niet redden.’ En jawel, bijna op hetzelfde moment volgt er een gigantische klap. Vanaf dat moment gebeurt er veel in een roes. We stappen allebei uit de auto. Het beeld dat ik vervolgens zie en wat ik daarbij voel, zie en voel ik nu weken later nog tig keer op een dag. Het blijft maar als een film door mijn hoofd spoken.

We staan naast de auto en ik kijk naar achteren. Vijftig meter achter ons, ligt onze vouwwagen. Volledig verwoest. Afgebroken bij de dissel. Van pure schrik klap ik voorover en kan ik alleen maar roepen ‘Nee, nee, nee!’ Op dat moment zie je dus je complete vakantie in rook opgaan. Gelukkig bleef JW helder en maande hij mij tot rust. Kiki had immers niets aan ouders die overstuur waren.

Achter de vangrail

JW tilde Kiki uit haar autostoeltje en zette haar bij mij aan de andere kant van de vangrail. Die kleine aap heeft welgeteld een minuutje gehuild en is verder heel stoer geweest. Stom genoeg had ik nog de tegenwoordigheid van geest om haar met zonnebrandcreme in te smeren zodat ze niet zou verbranden daar in die bloedhitte.

En dan gebeurt er van alles. Vreemd genoeg heb ik de eerste tijd helemaal niet gedacht aan de ‘dader’. Later bleek dat die wel honderd had gereden en niet alleen ons geramd had maar ook de vrachtwagen voor ons en 100 meter verderop nog een tweede auto total loss gereden had.

We hadden het geluk dat er al veel hulptroepen onderweg waren naar het eerdere ongeluk waardoor de file was ontstaan. De politie was snel ter plaatse. Een eerste check: niemand gewond? Ook de kleine niet? Nee dus. Voor de zekerheid werd toch een ambulance opgeroepen om Kiki en mij even te checken. De ambulancebroeders waren heel vriendelijk. Mijn bloeddruk was wat hoog (gek he?) en ze gaven Kiki een knuffelbeertje.

We hebben snel onze familie op de hoogte gesteld. Maar ja, hoe doe je zoiets? Ik belde mijn pa en zei: “Je moet niet schrikken, want wij zijn oké maar we hebben wel een ongeluk gehad.” Natuurlijk schrik je aan de andere kant dan toch. De meeste van onze vrienden stelden we op de hoogte via Facebook. Zelfde mededeling ‘niet schrikken ….’ En natuurlijk schrikt iedereen toch. Zeker na het zien van de beelden.

Intussen was JW bezig met het invullen van de schadeformulieren. De dader was inmiddels ook ter plaatse. Geholpen door de politie (die nauwelijks Engels sprak) werden de formaliteiten geregeld en het bergingsbedrijf ingeschakeld. Gelukkig spreek ik wel goed Frans want anders weet je echt niet waar je het zoeken moet. Er kwam nog een Nederlander die in dezelfde file gestrand was vragen hoe het met ons ging. Gek is dat, je ziet weleens vaker mensen die een ongeluk met een caravan of vouwwagen gehad hebben langs de weg staan. Maar natuurlijk denk je er nooit aan dat dat jou ook kan overkomen.

Regelen, regelen.

Na wat wel een eeuwigheid leek, werd de vouwwagen op de takelwagen gehesen. In tussentijd zie je steeds overal resten van jouw zorgvuldig uitgeruste kampeeruitrusting op het wegdek liggen. Zelfs de pollepels waren doormidden. Echt alles was verwoest. Omdat JW’s auto weliswaar veel schade had maar nog wel kon rijden, moest hij achter de takelwagen (waarin ook Kiki en ik meereden) naar het bergingsbedrijf rijden. Later vertelde hij dat hij tijdens het rijden nog een jeu-de-boule-bal van Kiki voor zich uit het wrak van de vouwwagen zag rollen, bijna op zijn motorkap.

En dan kom je in de middle of nowhere bij een bergingsbedrijf aan. Inmiddels was via de leasemaatschappij SOS International al ingeschakeld. Maar dan begint het wachten. Wachten tot de formaliteiten geregeld zijn en tot je weet hoe het nu verder moet. Voor ons stond al snel vast dat we terug naar huis wilden. Het liefst nog dezelfde dag maar we waren nuchter genoeg om ons te realiseren dat dat niet verstandig zou zijn. Na heel wat heen en weer bellen, regelde JW dat hij met een taxi naar een verhuurbedrijf kon rijden om een leenauto met Nederlands kenteken op te halen waarmee we de volgende dag terug naar Nederland konden rijden. Ik regelde intussen een hotel voor de nacht.

Dat wachten bij dat bergingsbedrijf was echt prut. Er stonden 4 klapstoelen en daar konden we het mee doen. Er werd ons nog geen glaasje water of zo aangeboden. Gelukkig hadden we zelf nog wel wat snacks en water in de auto maar het was wel behelpen. JW sprak ik die dag eigenlijk ’s avonds in het hotel pas weer want hij was druk met alles regelen en ik was druk met Kiki entertainen. Zij heeft zich trouwens echt voorbeeldig gedragen. Zelfs bij dat bergingsbedrijf speelde ze heel zoet of keek ze filmpjes op haar iPad.

En dan kom je tot rust. Voor zover dat kan

Het was al een uur of 7 ’s avonds toen we eindelijk de leenauto hadden en via de Mac voor een snelle avondmaaltijd naar ons hotel reden. Gelukkig vroeg de receptioniste nou eens niet of we een fijne reis gehad hadden. We hadden een mooie kamer met 2 tweepersoonsbedden en een bad dus voor Kiki probeerden we er maar een beetje een feestje van te maken. Heb je enig idee hoe lastig dat is, als je zelf continu die klap herbeleeft en je realiseert dat je alles kwijt bent?

Toen Kiki eenmaal sliep heeft JW een flinke fles wijn aan laten rukken. Diezelfde avond al in dat Franse hotel besloten we dat we niet onze complete vakantie wilden laten verzieken. We hadden immers nog anderhalve week en konden nog best ergens heen. Alleen kamperen zat er even niet meer in. Ik keek naar last-minutes naar de zon tot wij ons realiseerden dat het in Nederland ook nog altijd supermooi weer was. Waarom zouden we dan gaan vliegen of moeilijk doen?

We kozen uiteindelijk voor een luxe lodgetent met alles erop en eraan op een vakantiepark in Overijssel. De boeking was zo gepiept. We zouden de volgende dag (woensdag) terug naar huis rijden en op vrijdag naar Overijssel gaan.

Die avond in dat hotel in Tours kwam eigenlijk pas het besef hoe vreselijk veel geluk we gehad hadden. Wat als JW het niet aan had zien komen? Wat als hij niet al zijn stuur richting de vluchtstrook had gedraaid en de voet van de rem had gehaald? Zouden we dan onder de vrachtwagen voor ons terecht zijn gekomen? Wat als de vouwwagen er niet was geweest om de klap op te vangen? En dan te bedenken dat we echt geen schrammetje hadden. Het leek wel een wonder. Ik heb ook wel even een flink potje staan janken bij Kiki’s bed. Daar lag mijn meisje vredig te slapen met haar blonde krullen uitwaaierend over haar kussen. Hoe anders had het kunnen zijn?

Terug naar huis

De terugweg naar huis de volgende dag was ver-schrik-ke-lijk. We waren nog maar nauwelijks op de snelweg of een vrachtwagen voor ons kreeg een klapband. Janken dus. Vervolgens komt het moment dat je voor het eerst weer in een file aansluit. Weer janken. Toen moest ik van JW verplicht een stuk rijden. Weer janken dus. Wat een hel. En we hebben ook nog eens zo veel file gehad dat we over de 700 km. naar huis meer dan 10 uur gedaan hebben.

En dan kom je dus thuis en rij je je eigen straat weer in. Met een vreemde auto. Zonder vouwwagen. Pas een paar dagen nadat je bent vertrokken. De buren hadden heel lief een bloemetje en wat lekkers voor zowel ons als Kiki bij ons binnen gezet en ook de dagen erna werden we overstelpt met telefoontjes, kaartjes, bloemetjes en appjes. Superlief! Buren van wat verder weg, klampten ons de volgende dag aan: “Hé waren jullie niet op vakantie?’ Ehm, ja dat waren we inderdaad. Met de nadruk op ‘waren’. En zo vertel je dus 100 x je verhaal.

Mensen proberen je natuurlijk toch een hart onder de riem te steken. En hoe waar het ook is als mensen zeggen dat de schade ‘alleen maar materieel is’, je hebt er vrij weinig aan. Ja natuurlijk had het ook heel anders af kunnen lopen en natuurlijk ben ik dankbaar dat we alledrie gezond zijn. En natuurlijk zijn spullen te vervangen. Maar de mentale tik zal nog best een tijd blijven nadreunen.

Vier weken later

Inmiddels is het vier weken later. We hebben – eerlijk is eerlijk – een superleuke week in Overijssel gehad. Het was prachtig weer en Kiki genoot. Het cliché is waar: dan geniet je als ouders ook. En als zij ’s avonds in bed lag, keken we elkaar vaak even aan en wisten we zonder woorden waar de ander aan dacht. Of we praatten er juist wel over als een van ons tweeën het even lastig had.

Na terugkomst moesten we natuurlijk veel regelen met de verzekering. Hoewel onze complete uitrusting splinternieuw was, hadden we niet van alles de bonnetjes meer. Met dank aan de kampeerwinkels waar we indertijd alles kochten, konden we toch kopie-bonnen krijgen van onze aankopen voor de verzekering. Wat een klus om alles wat je kwijt bent in een Google Spreadsheet te moeten samenvatten (en confronterend ook). Hulde ook aan Interpolis die binnen drie dagen na het aanleveren van ons document met alle verloren gegane bagage, de schadeuitkering al overmaakte.

De leasemaatschappij regelt de schade aan de auto. Afgelopen week waren de auto en vouwwagen terug in Nederland. JW is er naar wezen kijken. Ik vond dat te confronterend.

Inmiddels is ook onze rechtsbijstandverzekeraar bezig met het verhalen van de schade van de vouwwagen. Dat is best een ingewikkeld verhaal met ongelukken in het buitenland blijkbaar. We zijn er op voorbereid dat dat weleens een langdurige kwestie kan worden. Zelfs nu de dader aansprakelijkheid erkend heeft, de vouwwagen aantoonbaar total loss is en er gezien het feit dat ie splinternieuw was nog nauwelijks op afgeschreven kan zijn.

Herijken

Afgelopen week was ik voor het eerst sinds het ongeluk weer in een kampeerwinkel. Al vrij snel na het ongeluk stelden we onszelf namelijk de vraag: willen we dezelfde vouwwagen terug? Hij beviel natuurlijk prima. En we hebben er ook met goede argumenten voor gekozen. Maar nu alles weer open ligt: zouden we dan dezelfde keuze maken? Of misschien toch weer liever met een tent kamperen? Ik probeer dat maar als iets positiefs te zien. We willen in ieder geval weer gaan kamperen en we maken er maar iets leuks van dat we ons nu opnieuw kunnen orienteren op alle mogelijkheden.

Slijt het al een beetje?

Die vraag krijg ik ook regelmatig. Ja natuurlijk is de eerste schrik wel weg. Maar die film van vlak na de klap speelt dagelijks nog een aantal keer door mijn hoofd. Het gewone leven is weer begonnen. Maar in de auto ben ik wel erg schrikachtig en nerveus. Eerst zat ik alleen met klamme handjes bij JW in de auto maar afgelopen week stapte ik ook huilend uit mijn eigen auto op de eindbestemming. Alleen maar omdat iemand me onderweg geen voorrang verleend had. Ook dat zal wel een kwestie van slijten zijn.

Maar hoe zit het nou met die snijplank uit de titel van dit artikel?

Af en toe lachen we natuurlijk ook om wat ons overkomen is. Al vrij snel maakten we morbide grapjes: ‘Goh, zo’n vouwwagen vouwt inderdaad best goed.’ En vaak zijn we iets kwijt. Als ik sta te koken en ik kan de snijplank niet vinden dan roep ik dus naar JW: “Schat, weet jij waar de snijplank is?” “Ja, die hadden we toch mee op vakantie? Die ligt dus nog in de vouwwagen.” En dan lachen we er maar weer om. Mijn oma zei immers vroeger al: “Ge kunt er beter mee lachen dan mee schreeuwen (=huilen)” En zo is het. Maar af en toe een klein traantje wegpinken mag nog best toch?

Volg mij ook op social media!

Reageren staat uit.